Micro betekent klein en nutriënten zijn voedingsstoffen. Dus micronutriënten zijn voedingsstoffen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt. Ze leveren in tegenstelling van macronutriënten geen energie. Maar ze zijn wel belangrijk voor een gezond lichaam. Ze dragen bij aan een normale groei en ontwikkeling en zijn bovendien onmisbaar voor een goed werkend immuunsysteem.
Er zijn 3 miconutriënten:
- Vitaminen
- Mineralen
- Sporenelementen
Micronutriënten worden ook wel essentiële voedingsstoffen genoemd, omdat ons lichaam de meeste niet zelf kan aanmaken. Daardoor is het voor een optimale gezondheid belangrijk dat we van alle micronutriënten voldoende via onze voeding binnenkrijgen. Maar zoals je al hebt kunnen lezen, gaat het hierom kleine hoeveelheden, denk aan milligrammen (mg).
Vitaminen
Vitaminen heb je nodig voor groei, ontwikkeling en om gezond te blijven. Er zijn 13 verschillende soorten vitaminen en elk heeft zijn eigen functie. Je kunt vitaminen onder verdelen in vetoplosbare en wateroplosbare vitaminen. De vetoplosbare vind je vooral in voedingsmiddelen die veel vetten bevatten, zoals vis, vlees, zuivelproducten en noten. De wateroplosbare vitaminen vind je vooral in plantaardige voedingsmiddelen, zoals groente, fruit en peulvruchten. Maar je vind ze ook in zuivelproducten en noten.
Mineralen
Net als vitaminen heb je mineralen ook nodig voor groei, ontwikkeling en om gezond te blijven. Qua functie zijn ze dus vergelijkbaar. Het verschil zit in de herkomst. Waar vitaminen afkomstige zijn van levende dieren of planten, komen mineralen uit de dode natuur. Deze dode natuurlijke materialen komen in planten en dieren terecht en zo krijgen wij ze via onze voeding binnen.
Er zijn naast de essentiële mineralen ook mineralen die niet essentieel zijn. Je hebt ze niet perse nodig en als je er te veel van binnen krijgt zijn ze zelfs giftig (zoals bijvoorbeeld arseen, borium en kobalt).
Sporenelementen
Van sommige mineralen hebben we nog kleinere hoeveelheden nodig, dit noemen we de sporenelementen. Maar ook deze hele kleine hoeveelheden zijn onmisbaar voor een gezond lichaam. Zoals bijvoorbeeld ijzer dat zorgt voor zuurstof in de spieren, koper voor een normale hersen- en zenuwfunctie en zink onder andere voor de immuunfunctie. Zo heeft ieder sporenelement, net als de vitaminen en mineralen, zijn eigen functie.